Tags

, , , , , , , ,

‘Wil je nog eens gedag zeggen aan mijn man?’ vroeg mama veelbetekenend aan haar favoriete fashionista alsook mijn chauffeur voor de terugrit naar huis. Ze aarzelde niet en ging moedig naar hem toe en gaf hem een zachte blik zonder woorden. Een klein, groot gebaar.

Zelf streek ik nog eens door zijn grijze haren, gaf hem een zoen en fluisterde iets liefs in zijn oor. Dat was het. Ik verliet het ouderlijk huis, waar moeder en zus verder waakten over vaderlief. 

Hét telefoontje kwam er de volgende ochtend vroeg, toen de vogels nog sliepen. Met een krakende stem deelde mijn zus het droevige nieuws mee, dat vader ’s nachts overleden was. Zijn lijdensweg was eindelijk ten einde. ‘Ik kom’. Geen tranen, wel een kleine hartverschuiving en rillingen over het gehele lijf. Op weg naar de job pikte D. me terug op, om me af te zetten bij mijn ouders. ‘Een kleine moeite’, benoemt ze het steevast, vriendin die ze is. Edoch, niets is vanzelfsprekend. 

Ik verbeet de priemende tranen. Ik wou het niet. Het mocht niet. Daar lag hij, koud en grauw. Onwezenlijk. In een ideale wereld gaan vaders niet dood en moeders zeker niet. Ik streek zachtjes met de buitenkant van mijn hand over zijn wang. ‘Je mag hem niet aanraken!’, lap. Foert. 

Papa werd zeer respectvol door meneer de begrafenisondernemer en zijn rechterhand behandeld, terwijl mijn nichtje en ik stoïcijns toekeken. De rits van de lijkzak werd gesloten, ons hart gelukkig niet. De lijkwagen reed weg en vaderlief liet ons met verstomming, stilte en groot verdriet achter, voor moeder een niet meer te vullen leegte. Dit is een scenario zoals enkel De Dood kan schrijven. Kieskeurig is hij nog steeds niet, de rotzak. 

De autorit naar de begrafenisondernemer was bij momenten hilarisch. Ooh, schande! Ik denk dat het geleden was van toen de dieren nog spraken, dat we nog eens gezamenlijk in een auto zaten, moeder en haar kroost. Vader was de ontbrekende link. De bestemming was minder zonnig en zuiders dan toentertijd en we zaten ook krapper en vooral strakker in onze broek. Een venijnig scheetje doen ontsnappen had verstikkend kunnen zijn. Ik zweer het u. 

Vóór de begrafenis was er het ingetogen moment aan moeders tafel gezeten, waar wij het glas hieven en tikten om de samenhorigheid te markeren. ‘t Was hartverwarmend. Daarna kwam het schateren met bijhorende tranen, bij het vertellen van anekdotes waarin vader een hoofdrol speelde. Mijn koninkrijk voor nog zo’n moment. 

Nadien verliep alles alsof we op een rollercoaster zaten, met een overvolle maag. Moeder op kop. Je waant je in een roes. De automatische piloot slaat aan. Het rationeel denken verliest zijn teugels en slaat op hol, wat vervolgens chaos en extra geheel onnodig verdriet teweegbrengt. Naar het schijnt gebeurt dit bij de beste families. Kijk maar eens naar “Thuis”. 

De asverstrooiing gebeurde op een grasperk. Een voetbalveld ware overdreven geweest, desalniettemin speelde het voetbal een grote rol in zijn en ons leven. Groen werden we ervan. 

Het is zeer confronterend om je vader als een gevuld wit vierkant te zien verdwijnen in het niets, als de gespoten lijn van de ref op de grasmat. De vergankelijkheid hakt er eventjes in. 

‘Hij is er op tijd vanonder gemuisd’, wist moeder me onlangs in een onbewaakt moment te vertellen. Inderdaad, het coronavirus heeft hem niet te pakken gekregen. Moeders wil was wet. Hij bleef thuis onder haar ogenschijnlijk sterke vleugels en ze zorgde voor hem met een gedrevenheid waarbij het olielampje van Florence Nightingale snel zou uitdoven. Aangezien ze mijn moeder is, mag ik haar ophemelen zo vaak en zo veel ik wil. Oké?  

Het afscheid nemen van papa ging me beter af dan het ondergaan en verwerken van de naweeën van zijn dood. De rompslomp die erbij kwam, de onenigheid door slechte communicatie, de grote ego’s en zwart-wit denkers, de naïviteit, verdoken frustraties. Vingertjes wijzen. De ware aard. Het gebeurt thuis bij de beste. Kijk maar eens naar “Familie”.

Als je het geluk hebt om dé knop in je hoofd te hebben, die je gedachten en gepieker stopzet, dan hoor je bij de gelukkigen. Mij werd alleszins die knop niet toebedeeld, toen ze rondgingen met het assortiment. Kak, zeg ik u. Kak. Het is soms een werk van lange duur en gezaag en rondjes draaien in mijn hoofd. Dronken word ik ervan. Nog een geluk dat koning Alcohol mijn vriend niet meer is. Ontwaken met een bejaarde viervoetige kater, die stinkt uit zijn bek, is meer dan kater genoeg. 

Corona heeft ons enigszins geholpen: elk in zijn kot en mekaar wat ontzien, veiligheid boven alles. Gezond verstand. Bezinnen en hier en daar opnieuw beginnen. Mama onderging Moederdag, Vaderdag, een net niet gehaald Ivoren huwelijk, haar eerste verjaardag sinds mensenheugenis zonder de wederhelft, papa’s verjaardag, de kroost een jaartje ouder. Wijzer valt nog te bezien. Kerst zonder feest en foute cadeautjes. Goedkoop was het wel. Geen drukte van jewelste en de ergernissen van elk jaar. De kliekjes, de ditjes en datjes en de achterkleinschatjes. Een vreemde kerst zondermeer. 

Nu is er weer een eerste keer, de laatste in de rij van verjaardagen van een bewogen jaar voor elk van ons. Het is nu de verjaardag van de dag dat hij ons verliet, ons deed wankelen, beven en de moed opgeven, om dan weer recht te krabbelen en verder te gaan, om dan hopelijk in de nabije toekomst als de wind en het gemoed goed zitten, aan moeders tafel gezeten, het glas te heffen en te tikken om de hernieuwde samenhorigheid te vieren. 

Want: 

‘Tussen wat wordt gezegd en niet bedoeld en wat wordt bedoeld en niet gezegd gaat de meeste liefde verloren.’ 

Kahlil Gibran.